De natuurlijke behandeling van spierbevangenheid, tying-up bij paard en pony
Spierbevangenheid (tying-up, maandagziekte) is een stoornis van het spiermetabolisme (spierstofwisseling) waarbij ten gevolge van een onvolledige verbranding (metabolisme) van de in de spieren opgeslagen suikers (glycogeen) tot melkzuur een ernstige spierstijfheid ontstaat. Deze onvolledige verbranding treedt op in de grote spieren van het bewegingsapparaat (broekspieren en lendespieren) na een rustperiode, waarbij de grote hoeveelheden opgeslagen suikers (glycogeen) niet volledig (aëroob) wordt afgebroken tot water en koolzuur, maar onvolledig (anaëroob) melkzuur. Omdat de hoeveelheid spiersuikers zo groot is na een rustdag, vooral wanneer het rantsoen niet is aangepast, ontstaan er zeer grote hoeveelheden melkzuur. Dit heeft tot gevolg dat alle spieren sterk verzuren, waardoor ernstige spierpijnen en stijfheid ontstaan. In dat geval weigert het paard om te lopen, is sterk bezweet, angstig, heeft wijde neusgaten, hart en ademfrequentie zijn verhoogd en de urine is roodbruin. Het paard wil graag liggen en komt liever niet overeind. Als complicatie hiervan kan nierinsufficiëntie optreden.
Een lichtere vorm van spierbevangenheid treedt geregeld op bij paarden die een knieblessure hebben. Wanneer de spierbevangenheid optreedt, ongeveer 15 – 20 minuten na aanvang van het werk, staat het paard met een gebogen rug en is stijf in de achterhand. De spieren van de achterhand zijn stijf, gezwollen en pijnlijk. De oorzaak hiervan moet ook worden gezocht in onregelmatig werk, met onregelmatige belasting (ten gevolge van de knieblessure) in combinatie met energierijke voeding.
Behandeling: Wanneer het paard ongeveer een kwartier na begin van het werk langzamer begint te lopen en zwaarder gaat ademhalen moet direct worden gestopt met het werk. Veelal gaat het paard dan sterk zweten aan de achterhand of over het hele lichaam. Het paard moet zo snel mogelijk worden verwarmd (deken en of solarium). Daarnaast zo snel mogelijk arthricur in combinatie met traumacur geven, om de twee uur 2 ml van elke tinctuur. Ter nabehandeling arthricur in combinatie met digesticur gedurende enkele maanden. In later stadium kan het verstandig zijn om over te gaan op urogenicur, vanwege de mogelijke aantasting van de nieren.