De natuurlijke behandeling van hoefkatrol / podotrochleose bij paarden

Hoefkatrol is een verzamelnaam voor een ontsteking van het straalbeen, dat gelegen is onder de diepe buigpees aan de achterzijde van het hoefgewricht, slijmbeurs (tussen diepe buiger en straalbeen) en bandjes, waarmee het straalbeen is bevestigd aan kroonbeen en hoefbeen. Het straalbeen is een hefboom voor de buigpees, om de ondervoet te buigen en vormt met de slijmbeurs en bindweefselbandjes de “hoefkatrol”.

De oorzaak van de veranderingen aan het straalbeen, waardoor het glijden van de buigpees over het straalbeen is bemoeilijkt en is verworden tot een schuren, moet worden gezocht in: overbelasting (vooral op te jonge leeftijd, wanneer het dier nog in de groei is) en verstoorde bloedvoorziening in combinatie met een erfelijke component.

Ziektebeeld: Hoefkatrolontsteking wordt veelal gezien bij 6 – 10 jaar oude paarden, van alle rassen en vrijwel altijd aan de voorbenen. De kreupelheid begint geleidelijk, meestal met licht struikelen (alsof het paard over een graspol struikelt) en stijf lopen, waarbij het opvalt dat de hoef in de grond wordt gestoken, dat wil zeggen hij komt eerst met de toon op de grond. Op zachte bodem kan het paard goed lopen, maar op harde bodem loopt het paard kort en op de volte kreupelt het op het binnenbeen. Bij het aftasten (palpatie) is de kootholte erg gevoelig en onder de hoef is het gebied van de straalpunt gevoelig. Doorslaggevend is de zogenaamde wigtest, waarbij het voorbeen op een plank wordt gezet , om vervolgens het andere uiteinde van de plank op te tillen. Als het paard deze beweging (overstrekken) niet kan verdragen, is de verdenking op hoefkatrolontsteking erg groot.

Behandeling: biologische behandeling bestaat uit osteocur gedurende een half jaar, in combinatie met aangepast bekappen of hoefbeslag. duivelsklauw kan worden gegeven om de pijn te verlichten.