De natuurlijke behandeling van peesblessures bij paard en pony

Een peesblessure kan bestaan uit een verrekking of een peesruptuur (peesklap). Aan de hand van de (pijn)klachten kan het onderscheid niet altijd eenvoudig worden gemaakt. Elke spier zit aan het bot vast door middel van een pees. Dit is stevig weefsel. In het algemeen zit de zwakste schakel in de overgang van spier- naar peesweefsel waar dan ook de meeste scheuringen optreden. Aan het andere uiteinde van een pees, bij het botweefsel, kan ook een scheurtje ontstaan. Een minder ernstige vorm van een peesblessure is een verrekking. Bij een verrekking heeft de pees tijdelijk aan te veel belasting blootgestaan, hierbij treden ook scheurtjes op in het peesweefsel, maar is de pees niet afgescheurd.

Bij het optreden van een peesblessure is een combinatie van interne en externe factoren verantwoordelijk voor het ontstaan. Mogelijke interne risicofactoren zijn zwakke spieren en pezen. Deze zijn niet goed in staat om krachten op te vangen, waardoor blessures eerder kunnen optreden. De oorzaak hiervan kan verschillend zijn; bijvoorbeeld ziekte, eerdere blessures of aanhoudende overbelasting. Ook een te hoog lichaamsgewicht is een risicofactor voor spierblessures. Externe factoren zijn omgevingsfactoren, zoals ondergrond, weersomstandigheden, training en sportuitrusting.

Ziektebeeld en behandeling: Bij een ruptuur van de pees (peesklap) ontstaat een acute, hevige kreupelheid. Bij een verrekking van een pees zal veelal eerst de zwelling worden opgemerkt, alvorens het paard gaat kreupelen. De diagnose is vrij gemakkelijk te stellen door middel van palpatie (knijpen in de pees). Als de pees gezwollen is en pijnlijk bij palpatie is de peesblessure (ruptuur of verrekking) nog niet genezen en mag nog niet met de training worden begonnen.

Veel voorkomende peesblessures bij paarden zijn:

  • Verrekking/ruptuur van de Tendo interosseus: aan de achterzijde van het voorbeen, ongeveer 10 cm onder de voorknie. Het belangrijkste symptoom is een verdikking/zwelling tussen de oppervlakkige en diepe buigpezen ter plekke. Het paard is in het algemeen niet of slechts in geringe mate kreupel. Te behandelen door middel van massage met tendogel en tendocur. Een lasertherapie zal in deze gevallen het genezingsproces versnellen.
  • Verrekking/ruptuur van de oppervlakkige buigpees: verdikking c.q. zwelling aan de achterzijde van het voorbeen, veelal halverwege het pijpbeen of direct boven de kogel. In het laatste geval is vaak ook sprake van een blessure van de sesambeentjes van de kogel (sesamoïditis). Ook hierbij is massage met behulp van tendogel een belangrijk onderdeel van de therapie in combinatie met veel stapwerk op een harde ondergrond. Daarnaast kan biologisch worden behandeld met tendocur.
  • Verrekking van de kniebanden: hierbij zal het paard een lichte kreupelheid vertonen aan het betreffende achterbeen. Vaak wordt dat been bij het stilstaan enigszins ontlast, waardoor de heup wat wegzakt naar de geblesseerde zijde (tegenwoordig wordt dit aangezien als een scheve stand van het bekken, ten gevolge van een verdraaiing van het iliosacraalgewricht. Dit is bij een paard echter onmogelijk omdat de anatomische opbouw van dit lichaamsdeel bij een paard een dislocatie onmogelijk maakt). Een blessure van de kniebanden kan het beste door middel van lasertherapie in combinatie met tendocur worden behandeld.